Slotdeel van de tweedelige strip ‘Jean van Florette’ naar de film van schrijver/filmer Marcel Pagnol uit 1952. Het verhaal werd wereldberoemd: een klassiek melodrama op het Franse platteland, een tranentrekker zonder happy end. In het eerste deel (2018)* erft Jean de oude boerderij van zijn moeder, Florette. Samen met zijn vrouw Aimée en dochter Manon trekt hij weg uit de stad en installeert zich op de boerderij om daar ’n nieuw leven als boer te beginnen. In dit tweede, niet afzonderlijk leesbare deel zwoegt Jean om er een succes van te maken, maar de slechte omstandigheden en de geniepige tegenwerking – tot zelfs pure sabotage – van enkele dorpelingen breken hem gaandeweg op. En worden uiteindelijk z’n dood. Moeder en dochter blijven berooid achter en moeten de boerderij verlaten. De strip volgt het origineel bijna letterlijk, met relatief veel tekst bij de tekeningen. Dat is ’n bewust eerbetoon aan Pagnol, maar haalt wel de vaart uit het verhaal, dat anno nu toch wat gedateerd overkomt. Uitvoering: hardcover, kleurendruk met drie bladzijden historische toelichting. Geautoriseerde verstripping; voor een flinke lezerskring.
om zich op de anjerkweek te storten, hebben Papet en zijn neef ugolin ruimte nodig en vooral een waterbron, een ware schat in de warme Provence. In de hoop tegen een lage prijs de grond van hun buurman Pique-Bouffigue te verwerven, profiteren ugolin en Papet van de oude man om de bron dicht te metselen en de plek in waarde te verminderen. De boerderij lijkt binnen handbereik, maar de erfgenaam van de eigenaar komt op een dag met
zijn vrouw en zijn dochter Manon aan. Hij heet Jean, hij is een bultenaar, een stadsmens en hij lijkt vastberaden de grond weer te laten floreren. Maar Papet en Ugolin zijn tot alles bereid om Jeans plannen te dwarsbomen.

