Malefosse 12. Het aandeel van de duivel

“Tegen het einde van de zomer van 1592 genieten onze Duitse huurlingen, Gunther en meester Pritz, allebei nog steeds in dienst van koning Hendrik van Navarra, van enkele welverdiende daagjes rust. Maar hun rust blijft niet duren. Ze ‘genieten’ het gezelschap van Don Pedro de Tavora, een Spanjaard die hen zou moeten helpen om hertog de Mercure voor hun zaak te winnen. De Spanjaard wordt echter vergiftigd door een broeder van de Manus Dei. Onze Duitse vrienden helpen hem om zeep, maar krijgen meteen ook de dorpelingen achter zich aan. Ze haasten zich naar Vannes, een stad onder katholiek bewind, maar Gunther en Pritz weten niks van alle complotten die worden beraamd in die stad. Bovendien duiken er oude bekenden op…”